Verhalen

Op deze pagina willen we jullie verhalen vertellen over kinderen. Deze verhalen zijn allemaal waargebeurd. 

Pesten

Verhaal 1:

Op school was er een jongen die een beetje gehandicapt was. Hij heeft nooit een draai in zijn klas gekregen en hij werd vaak uitgescholden. Bijvoorbeeld als ze 'tikkertje' gingen doen zeiden ze: 'He, kan je ons niet bijhouden, hoe komt dat nou?' op een treiterige toon. Ik vond het super zielig maar die kinderen waren ongeveer 4 jaar ouder dan mij dus ik durfde niet voor hem op te komen.

Verhaal 2:

een tijdje geleden hadden wij een meester op school die iedereen een bijnaam gaf. Als hij iemand zo noemde vond iedereen het wel oké, maar een jaar later kwamen we bij groep 8 in de klas ( een combinatieklas, dus daarvoor zaten we als groep 6 bij groep 5). Al die 8e jaars gingen een jongen de hele tijd bij zijn bijnaam noemen die die meester hem had gegeven. Hij vond dat echt niet leuk, maar durfde er niks van te zeggen omdat hij heel verlegen was. Toen hij op Valentijnsdag iemand een kaart gaf, (anoniem) gingen ze hem allemaal uitlachen omdat ze dachten dat hij diegene toch niet kon krijgen, terwijl ze niet eens zeker wisten of die kaart van hem was.

Verhaal 3:

Toen ik nog op de basisschool zat, werd ik een beetje gepest. ik ben zelf Spaans dus ik praatte een beetje anders Nederlands. Toen gingen ze mij pesten. Ze begonnen mij eerst na te praten. Later gingen ze me echt uitschelden. Ik mocht nergens aan mee doen, behalve met dingen waarbij mijn vriendin ook mee deed. Ze zei dat ik het moest vertellen aan de meester of aan mijn ouders. Ik durfde het niet want ik was bang dat de pesters nog bozer zouden worden.  Op een dag liep ik naar huis. De pesters liepen mee en duwde me steeds. Ik vond het echt niet meer fijn. Toen ben ik naar mijn moeder gegaan en die is naar mijn juffrouw gegaan. Later was alles weer opgelost, dat vond ik wel fijn. Dus zeg het altijd, dan voel je je beter.

Verhaal 4:

Op de basisschool zat ik in de klas bij een meisje dat gepest werd. Vaak nam ik me voor om voor haar op te komen, maar uiteindelijk heb ik dat nooit gedaan. Er waren momenten dat ik een beetje bevriend met haar was, maar als ik met andere kinderen was durfde ik nooit aardig tegen haar te doen, bang om ook lelijke reacties over me heen te krijgen. Helaas is het zelfs zo ver gekomen dat ook ik, wanneer ik met klasgenoten was dit meisje ging pesten. Het was dan niet heel heftig, maar ook ik heb rare naampjes voor haar bedacht en lelijke dingen tegen haar gezegd. Op het moment zelf had ik het nooit door. Later, besefte ik me ineens dat ik verkeerd bezig was. Toch bleef dit meisje mij vertrouwen en mij als een soort vriendin zien. Nu schaam ik me heel erg en ben ook boos op mezelf. Dit had zij niet verdient. Als je dit leest, denk dan alsjeblieft na voor jezelf. Misschien lijkt hetgeen dat je doet wel gewoon op plagen, of misschien denk je dat het terecht is wat je doet, maar denk dan nog eens na, je weet nooit hoe het aankomt. 

 
 
 

Vluchtelingen kinderen

Verhaal 1

In een vluchtelingenkamp in Griekenland 'woont' een jongetje, Samo. Samo is 8 jaar oud.
Hij komt uit Irak maar als je hem vraag waar hij vandaan komt, vindt hij het niet fijn om Irak te zeggen. Hij is namelijk een Koerd en Koerden hebben geen eigen land. Samo voelt zich niet Irakees. Daarom beantwoord hij de vraag waar hij vandaan komt altijd met 'Irak Koerdistan’. Samo is samen met zijn moeder, vier broertjes en een zusje in kamp Moria, een vluchtelingenkamp op Lesbos. Zijn vader is dood gegaan toen hij op een mijn liep. Zijn moeder is daardoor heel verdrietig.
In het kamp wonen ze in een hoekje van een grote tent. Net als veel andere gezinnen, hebben ze plastic en doeken van het plafond naar beneden laten hangen, zodat er een soort kamertje ontstaat. Op de grond liggen pallets, daar wonen en slapen ze op. Er is geen warm water om te douchen en ze hebben ook geen kachel om warm te worden en ook geen fornuis om op te koken. Het eten wordt door het leger gekookt.
Aan het einde van middag lopen Samo en zijn familie de berg omhoog om het eten op te halen. Samo mist alles wat hij achter moest laten; zijn huis, zijn vrienden, zijn school, zijn spelcomputer, zijn bed. In het kamp is geen school, er zijn geen boeken en er is geen tv. Iedere avond komen mensen van een organisatie boekjes voorlezen, daar is hij graag bij. De boekjes zijn in het Engels maar toch begrijpt hij de verhalen wel. Door de plaatjes en door de gebaren en geluiden. Hij leert snel.
Meestal is het onrustig tijdens het boekje lezen, de andere kinderen trekken, duwen en schreeuwen. Toch zorgt Samo dat hij er altijd bij is. Hij droomt van leren lezen en schrijven in het Engels, van weer naar school gaan. Samo weet dat er een dag komt, dat hij en zijn familie weg mogen uit het kamp. Dat ze ergens naar toe mogen waar het fijn is, waar het veilig is en waar ze welkom zijn. Hij kan niet wachten…!

Verhaal 2

Tsja... Hier moet nog even een verhaal komen!

Helping one person may noy change the world. But it could change the world fot one person.